vrijdag 6 juli 2012

Zwavelbaden


Het is nu ik dit schrijf, vrijdag  6 juli. We zijn dus alweer een week weg en ik heb nog maar weinig gelegenheid gehad om wat aan het reisverslag te doen. Nogmaals het heeft met beschikbaarheid van
Wifi te maken maar ook gewoon met een vol programma.  Wij zien echt maar een heel klein
stukje van Sumatra, een eiland zo groot als Spanje. Het oerwoud is geweldig, maar er is nog
maar weinig van over. De plantages zijn indrukwekkend maar ook eentonig en verwoestend
voor alles wat er aan natuur is of was. De mensen die we overal tegen komen zijn echt super aardig.
En omdat hier toch het toerisme nog niet zo heel erg enorm is, worden we iedere dag door anderen
als gezin op de foto gezet. Felipe ’s haar, dat vlak voor de vakantie opnieuw is ingevlochten, oogt veel complimenterende opmerkingen. Zelfs mannen vragen aan Felipe hoe hij dat nu voor elkaar heeft gekregen.

Dus tja Sumatra en een week…… veel te kort, we zien de hot spots.  Wat een prachtig eiland. Ik kan dan weer zo genieten van alle bloemen, de bomen die in bloei staan, van paars tot knaloranje, tot rood. Alle fruitbomen die hier achteloos her der lijken te staan. Avocado, banaan, mango. De markten met zoveel fruit als je je maar kan bedenken. Mandarijnen, 8 soorten mango’s, snake fruit, allemaal netjes opgestapeld. Geweldig gewoon. Daar krijg je gewoon nooit genoeg van.

Nu op dit moment zit ik op de veranda van onze hotelkamer, juniorsuite noemen ze het, op het Samosir Eiland dat in het Toba meer ligt. De zon is net onder gaan, de krekels zingen, de lucht ruikt zoet en de wolken zijn rood gekleurd. Ik kijk over het meer dat dezelfde kleur als de lucht aanneemt.  We zitten in Tabo Cottages, eigendom van een Duitse vrouw die zowel het Indonesisch als het Bataks ( taal van dit eiland) perfect spreekt.  Het hotel zit vol, maar dat is niet hinderlijk om dat er veel ruimte is en gezellige sfeer. Fedlin heeft samen met Ruud in het meer gezwommen en ook is hij kano gaan varen met het gezin uit Breda dat we nu al op 3 plekken zijn tegengekomen. We komen steeds dezelfde mensen tegen,  en goed zo raak je dan ook weer met elkaar in gesprek.  Zo zagen we ook op 3 plekken en Belgisch gezin, en ze middag is Felipe in gesprek geraakt met de oudste dochter , die muziek schrijft, gitaar speelt en zingt.

Even bij het begin beginnen.

Vanaf Tangkahan zijn we naar Bregati gereden. In onze reisbeschrijving staat Bragati, maar het lokale naamboordje geeft toch echt de andere naam aan. Het was een lange reis en onderweg zijn we op verschillende punten gestopt om iets te bekijken of te lunchen.  We hebben bv. de lunch genoten in een gelegenheid waar met name Moslims kwamen. Ook hier gewoon openlijk en hartelijk contact en heerlijk eten, heel pittig. We zijn dus gestopt bij verschillende markten, waar veel fruit verkocht werd, kruiden, vis, bergen gedroogde vis, groente en zaken als kippenhoofdjes.

We zagen enorme vleermuizen, vliegende vossen genoemd. Gevangen om op eten , zou helpen tegen Astma ed. Zo zielig, de beestjes waren wonderschoon, zeker 30 cm groot en die hingen daar in het volle licht langs een drukke straat in een kooitje.  Maar ja in deze landen wordt werkelijk alles gegeten.

Halverwege de middag kwamen we aan in Bregati waar we weer een markt bekeken. Er waren prachtige oude huizen. Felipe had veel bekijks en ik had de zin; jij hoeft hier niet bang te zijn om niet aan een vrouw te komen, nog niet  uitgesproken of een dame liep hem gillend tegemoet. Ze deed het bijna in haar broek van opwinding.  Foto natuurlijk.

Het hotel had  per kamer een warme douche, een goed bed en Wifi. Voor  het overige was het behoorlijk kil en kleurloos. Donderdag ochtend zijn Ruud en Felipe heel vroeg opgestaan om met een lokale gids de vulkaan die nabijgelegen is te beklimmen tot aan de krater. Dit met een lokale gids. Fedlin en ik blijven nog wat liggen, maar ik sta toch wat  eerder op om te proberen wat aan het reisverslag te werken, ik ben toch wakker.

Er zijn 2 vulkanen in de omgeving, de ene Sepawek , zien we in de verte vanuit het hotel en er komt ook echt een grote witte rookpluim uit deze vulkaan. De vulkaan waar Ruud en Felipe naar toen zijn is ongeveer 1000 meter hoog: de Sanapynj. Adam, Fedlin en ik rijden daar om 9.00 uur naar toe omdat we op Ruud en Felipe gaan wachten in de warme mineraal /zwavel baden. Dit water komt echt rechtstreeks uit de vulkaan en is natuurlijk super goed voor je huid en heel lekker warm. Stinken doet het water ook dus Fedlin is direct wat minder enthousiast. De baden zijn natuurlijk heel apart en ook een weldaad voor je lijf, maar de hele omgeving richt zich vooral op ontspanning van de Sumatraanse inwoners zelf . Wat viezig, stinkgeurtjes van eten en sanitair waar je beter met een zeer grote boog omheen kan lopen. Felipe en Ruud komen moe maar voldaan terug. Ze zijn inderdaad tot aan de krater gelopen en konden in deze krater kijken. Op verschillende plekken uit de vulkaan kwam stoom met veel geborrel en gesis. De terugweg was niet gemakkelijk geweest, maar goed ze zijn er. Felipe gaat absoluut niet in het water , Ruud en ik nog wel even. Na een poosje vervolgen we onze reis.

Eerst is het tijd voor lunch, dit keer nabij een druk verkeersknooppunt nog in de stad. Een lawaai, onvoorstelbaar. En even later gaan de luidsprekers van de grote Moskee naast ons ook nog aan. Oorverdovend.  We rijden richting het Toba meer, met daarin het Samosir eiland. Dit eiland is zo groot als Singapore en het meer is feitelijk een brede rand water erom heen. Je moet een half uur varen om de overkant te bereiken. Dit eiland in een eiland is ontstaan door een vulkaan uitbarsting miljoenen jaren geleden.

We moeten best een eind rijden. De uitzichten zijn prachtig, het Tobameer is mooi diepblauw. De pont bereiken we om 17.00 uur . We stoppen vooraf ook nog bij een oude woonplaats van de koning van Sumatra die tot aan 1947 aan de “ macht” was.  Prachtig oude houten huizen op palen, prachtig bewerkt met de nodige symbolen. Heel indrukwekkend. Ook de extra verblijven voor de kinderen en vrouwen ed. De graven zijn boven de grond, met of zonder kruis, afhankelijk van het geloof van diegene die in het graf ligt. Maar onder de grond begraven dat doe je niet als je op Sumatra leeft. Dat heeft toch te maken met geen onderdeel uit willen maken van de onderwereld, althans dat is wat ik er van begrijp.

De overtocht met de pont is op zich weer een gebeurtenis. Het wachten, het volproppen van die pont met teveel auto’s en brommers, de scheepstoeter bij vertrek. Geweldig, naast ons gaan mee, enkele andere toeristen ( eigenlijk maar 1 ander gezin), een non, een auto vol hout en een auto vol levende kippen en veel gezinnen van Sumatra zelf. Het is bijna donker als we op het eiland aankomen en we rijden langs een zeer smalle weg naar het hotel, wederom nog een half uur. Pff ik ben het autorijden nu wel even zat. We spreken met Adam af, dat we vrijdag , de ochtend benutten om wat zaken op het eiland gaan bekijken, maar dat we die middag gaan vrijhouden, even relaxen.

Ruud en ik slapen in een vrij authentiek huis, de bovenetage is voor ons. Een nadeel, weinig stopcontacten om alle apparaten (foto, telefoon ed. ) op te laden en helaas ook best een koude douche. Gelukkig hebben Pa Kesseler eindelijk kunnen bellen, dus dat is ook weer gelukt. En o ja, ATM’s zijn we onderweg gelukkig heel vaak tegengekomen.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten