vrijdag 6 juli 2012

Eindelijk bericht.



Vandaag is het alweer 4 juli, woensdag.  Tot op heden heb ik nog niets aan het reisverslag kunnen doen. Deels komt dat omdat we nu pas in een hotel zijn waar in de lobby Wifi is. En  deels omdat we gewoon veel onderweg zijn, door de jungle trekken,  in de Mega Inn aan het zingen zijn of wat doen aan ons chronisch geworden slaapgebrek.
Vanavond zijn we aangekomen in Berastagi. Feitelijk op doorreis naar Samosir, maar goed de hele vakantie is een soort van doorreis.

Op zaterdag 30 juni zijn we zonder al te veel problemen vertrokken naar Schiphol. Na de traditionele stress inpak dag, lukte het allemaal aardig om alle spullen in onze tassen en rugzakken te krijgen. We hebben niet teveel bij ons, en zeker voor de eerste dagen blijkt dat prettig te zijn. De bagage is overzichtelijk en makkelijk weer bij elkaar te vinden. Ook in het donker.

De vlucht is prima, uiteraard is  na circa 12 uur reizen je zitplaats echt te krap maar we hebben toch allemaal wel wat geslapen. Felipe het minst want die wil graag alle films zien en dat zijn er nog al wat.  We maken een overstap in Kuala Lumpur, en korte tijd later komen we aan in Medan, de hoofdstad van Medan.  De luchthaven daar is klein, drukkend warm en er staat al snel een enorme rij voor het loket waar we een visum moeten aanvragen. Je mag trouwens je tijd doorbrengen in twee rijen: eerste betalen, dan afhalen. Stel je voor dat het allemaal snel zou gaan. We lopen langs de douane en de ambtenaar heeft wat moeite met het gegeven dat Felipe en Fedlin geboren zijn in plaatsen waar hij nog nooit van gehoord heeft. We leggen het geduldig aan hem uit en na  enige tijd, wanneer hij zijn verbazing voorbij is, mogen we doorlopen. Op dat moment ontdekt Fedlin dat hij zijn nieuwe Ralph Lauren pet is vergeten. En hoe we ook ons best doen bij het grondpersoneel, er wordt niet veel actie ondernomen om de cap bij ons te krijgen. De pogingen mislukken. Arme Fedlin, moe en zwaar teleurgesteld en ook nog een wat geïrriteerde moeder want tja had ik niet 100 keer gezegd die cap in zijn rugzak te doen. Met andere woorden, ik was onderhand ook aardig versleten.

Bij de uitgang stond Adam onze gids ons al op te wachten, een bescheiden man, die een heel dagprogramma voor ons had bedacht. Want tja het was nu zo’n beetje 9.00 uur in de ochtend dus we konden de tijd beter maar goed gebruiken. Vol goede moed vertrokken we naar een Krokodillen farm. Vreselijk natuurlijk. Krokodillen in betonnen hokken met een beetje water,  van groot tot klein, nu aardig om te zien voor een ieder die even wil griezelen, maar natuurlijk uiteindelijk gekweekt om een tas of schoenen van te maken.  

We bedenken dat het wel handig zou zijn als we wat geld pinnen en vragen Adam om ons naar een ATM te brengen, want door de toestanden op het vliegveld hadden we daar even niet aan gedacht. Achteraf hadden we dus veel te weinig geld opgenomen en de komende dagen zouden we geen ATM meer tegenkomen. In de plaatsen waar we waren kon niet gepind worden. In het eerste hotel accepteerde ze wel mijn creditcard. Tja iets meer voorbereiding had toch beter geweest.

Ondanks dat het zo vroeg in de ochtend was, konden Ruud en ik onze ogen niet meer openhouden. De hoge temperatuur, het tijdsverschil, de reis, het weinige slapen de afgelopen weken, maanden. Het was even helemaal op. De kinderen lagen op de achterbank van het busje al in een diepe slaap. Felipe had nog kunnen uitbrengen: ik ben helemaal kapot  zeg, kunnen we niet gewoon naar het hotel.
Nou dat leek Ruud en mij geen slecht idee, en Adam begreep het gelukkig wel. We zijn in een ruk doorgereden naar Bukit Lawang.

Bukit Lawang is een dorpje aan de rand van een beschermd natuur gebied: Gunung Leuser National Park, aan de Alasrivier. Het gebied is 8000 km2 groot en genoemd naar de vulkaan in dit gebied,  de Gunung Leuser ( 3404 m hoog). In het natuurgebied leven olifanten, neushoorns, honderden vogelsoorten, Maleisische beren en Orang-Oetans.  We gaan maandag een jungletochtje maken maar nu eerst douchen, beetje slapen , eten en nog meer slapen.

Nadat we wat boven Jan zijn, verkennen we de omgeving. Het hotel ligt aan de rivier, en de inwoners van Medan en omstreken gaan graag een dagje uit naar deze omgeving. Honderden gezinnen vieren hun zondag aan de waterkant. Wanneer wij even langslopen hebben we veel bekijks. Er komen best veel toeristen naar Sumatra, maar nog niet buitengewoon veel. Iedere familie wil wel met een buitenlander op de foto, zo blijkt. Wie kijkt naar wie. Het is leuk om te zien hoe mensen in eigen land vakantie vieren of de vrije tijd doorbrengen. Duidelijk veel moslim gezinnen maar heel open en vriendelijk. Ze noemen me allemaal Mama. Tja het zal wel met leeftijd en omvang te maken hebben, het is aardig bedoeld maar toch vreemd idee dat iedereen je ineens mama gaat noemen. Vaak zijn de kinderen een bijzondere bezienswaardigheid, maar nu is Ruud het. Zo groot en zo wit.
Het dorpje Bukit Lawang is dus echt een dorpje dat vooral bestaat als gevolg van de vele bezoekers die lekker in de rivier zwemmen en onder een rietenafdakje, bijkomen van een werkweek, wat eten en vooral veel met elkaar aan het praten zijn.
De eerste nacht slapen we goed, als is de douche koud en de wc primitief in die zin dat je hier met emmertjes water de wc zelf doorspoelt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten