zaterdag 14 juli 2012

Iljan vulkaan en dagje rust.


Zoals gezegd staan we best weer vroeg op circa 5.30 uur, om bij opkomend zonlicht door de prachtige tuin te lopen, te ontbijten en te vertrekken naar de top van de Gunung Iljan, een vulkaan in het natuurpark dat de naam Iljan draagt. Onze jeep rijdt door prachtige rijstvelden en we maken hier en daar een foto. Een dag door dit gebied lopen was ook een goede optie geweest, maar goed we gaan het avontuur aan om de vulkaan Ijan te beklimmen.  Daarvoor gaan we echt uur lang over een vrijwel onbegaanbare weg met die Jeep, maar de omgeving is echt weer prachtig mooi. Voor het eerst zie ik varens die zo groot zijn als bomen, ze hebben dan ook een stam.  De weg gaat steil naar boven. Boven aangekomen zijn we denk ik zo’n beetje de laatste mensen die naar boven gaan. Het is de bedoeling dat je ook hier bij zonsopgang naar boven gaat, in ieder geval er bent voor het tijdstip dat de mijnwerkers aan het werk gaan in de krater van de mijn. Hier wordt namelijk sulfaat gewonnen. En zodra de werkers met water in de weer gaan in de krater onstaan er dampen die het uitzicht op het enorme grote kratermeer kunnen ontnemen. Na een enorme steile wandeling, tjonge me benen verzuren al na 200 meter, komen we boven. Echt een pittig tochtje, die de nodige rustpauzes vereist. We staan dan op 2300 meter hoogte en kijken over de rand van de krater. De  mond van de krater is geen steile wand, maar een soort van glooiend maanlandschap met overal plakken groenige gele substantie. Je kan naar beneden, sommige doen dat, maar het is niet de bedoeling. Het meer kunnen we heel goed zien. Het is turquoise blauw, wonder schoon en heel groot.  De “mijnwerkers” zijn pezige mannetjes die op rubberlaarzen naar beneden gaan, het sulfaat winnen door een soort van proces met water, en dit op stenen in dunne laagjes, die in manden gedaan worden, op de schouders naar boven sjouwt. Vervolgens lopen ze die 3.5 km weer naar beneden. Heel vreemd, want je ziet feitelijk niet echt een professionele verzamelplaats.  De mannen moeten voor een beetje geld, gevaarlijk en heel zwaar werk doen, dat is wel duidelijk.

We wandelen en hobbelen ( erg lastig ook om naar beneden te lopen) naar beneden, drinken wat en gaan terug naar een dorp waar onze chauffeur met bus op ons staat te wachten. Het is alweer bijna 13.00 uur. We vetrekken richting Bali, eten eerst wat in het plaatsje vlakbij de ferry en gaan uiteindelijk om half 3 de boot op. Het verloopt voorspoeding. De veerboten gaan af en aan tussen Java en Bali, vanuit dit stadje Ketapang naar Gilimanuk. Jonge jochies zwemmen tussen de boten door, klimmen erop en springen vanaf hoog er weer af. Doodeng om te zien. Aan de overkant van het water is het niet anders, dezelfde halsbrekende toeren worden uitgehaald, inclusief voor de boot uitzwemmen om te zorgen dat je net iets eerder de kade opklimt dan de aanlegplank van de veerboot de kade raakt. Op de boot praat ik nog een beetje met een familie die voor een paar dagen naar Bali gaat. Hun schoonzoon spreekt Engels omdat hij op een cruiseschip werkt. De schoonvader heeft 9 kinderen, waarvan 6 dochters die hij allemaal mee heeft, met hoofddoek en al. Hij was onderwijzer, een vriendelijke man, die helaas maar weinig Engels spreekt, maar de schoonzoon vertaalt het een en ander. Leuke ontmoetingen zijn dat.
We zijn op Balie en onze gids Sonny is blij, want dit zijn eiland. De sfeer voelt ook direct goed, het Hindoeïsme is duidelijk direct zichtbaar in de omheiningen, tempeltjes in tuinen en beelden langs de weg. Op weg naar Pemuteran een plaatsje aan de kust waar we naar een soort van resort gaan. Taman Selini. Het is een geweldige plek, echt super geweldig. Prachtige tuin, leuk zwembad en direct aansluiting op het strand. De kamers zijn huisjes in Hindoe stijl, met een veranda, compleet met zithoek en extra ligbed. Een hemelbed, prachtige inrichting, en het leukste; de badkamer is buiten.
Achter het huisje een douche onder een bladerdak, bad, wastafel, en dit alles in stijl. Ik vind het geweldig, Fedlin vindt het doodeng en durft niet in zijn eentje te douchen, stel je voor dat er een slang komt of een kikker ( die ook inderdaad bij mij zowat onder de douche springt).
De volgende dag, het is dan zaterdag 14 juli staat snorkelen op het programma. Ik blijf “thuis” want ik ben echt moe van al het gereis, ik wil aan het strand liggen, boekje lezen en wat aan klooien. Felipe, Fedln en Ruud gaan snorkelen een stukje verderop naar een blijkbaar bijzonder stukje zee met veel koralen en vissen. Ze zijn wild enthousiast over alles wat ze onder water hebben gezien, zoveel kleuren en soorten, alle kleuren hebben ze gezien.  Morgen weer op weg naar Ubud.  Een reis van 7 uur maar inclusief bezoek aan tempels en overige bezienswaardigheden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten